Hoe zit het?
Werkgevers zijn verplicht om zich te houden aan de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Als een werkgever een werknemer minder betaalt dan het wettelijk vastgestelde minimumloon of niet genoeg vakantiegeld uitkeert, kan de werkgever hiervoor een boete krijgen. Bovendien zijn er regels voor hoe het loon moet worden uitbetaald, welke loonadministratie de werkgever moet kunnen laten zien, en er zijn beperkingen op het inhouden van bedragen op het loon.
Sinds 1 januari is het minimumuurloon ingevoerd in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Dit betekent dat elke werknemer recht heeft op een uniform minimumuurloon, ongeacht de normale arbeidsduur. Het vernieuwde beleidsbesluit met de boetebedragen bij overtreding is onlangs gepubliceerd in de Staatscourant. Het vorige besluit uit 2018 is ingetrokken vanwege de uitgebreide toelichting op de normale arbeidsduur. De boetes en dwangsommen zijn niet aangepast.
Boetes bij onderbetaling
Werkgevers die hun werknemers onderbetalen, krijgen per werknemer een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete hangt af van de duur en het percentage van onderbetaling. De boetes variëren van €500 tot €10.000.
Niet-girale betaling van het minimumloon
Het is werkgevers niet toegestaan om het minimumloon contant uit te betalen. Bij niet-girale betaling krijgt de werkgever per werknemer een bestuurlijke boete, variërend van € 500 tot € 1.250, afhankelijk van de duur van de overtreding.
Geen of te weinig vakantiebijslag
Werkgevers die geen of te weinig vakantiebijslag betalen, krijgen een bestuurlijke boete van minimaal € 250 en maximaal € 2.000, afhankelijk van het percentage van de onderbetaling.