Persaldi

Knelpunten re-integratie zieke buitenlandse werknemer

Een arbeidsongeschikte buitenlandse werknemer die in het buitenland (EU) verblijft kan voor een werkgever vervelende situaties met zich meebrengen. In 2021 heeft het hof nadere aanwijzingen gegeven voor dergelijke (vergelijkbare) verzuimsituaties. In de hierna volgende casus wordt alleen het verzuimdeel van de situatie rond een Poolse medewerker behandeld.

Tekst gaat verder onder de foto

De situatie was als volgt:

Een werknemer was in dienst van een werkgever en verrichte 9,5 maand per jaar werkzaamheden. De overige 2,5 maand verbleef de werknemer in Polen. Op 14 juli 2017 is werknemer naar Polen vetrokken en zou begin augustus 2017 zijn werk hervatten. Maar de werknemer wordt, in de periode dat hij in Polen verblijft, ziek. Werknemer verschijnt in Nederland niet op afspraken bij de bedrijfsarts en keerde ook niet terug naar Nederland. Werkgever stopt met het betalen van salaris met ingang van 1 januari 2018. Ook daarna is de werknemer niet op afspraken met de bedrijfsarts verschenen.

De bedrijfsarts van werkgever oordeelt dat de werknemer wel kan reizen  en dus naar Nederland kan komen. Werknemer heeft in de tussentijd een medische verklaring in Polen gekregen waarin staat dat hij niet kan reizen. De Nederlandse bedrijfsarts houdt vol dat de werknemer naar Nederland kan komen. Werkgever wil de arbeidsovereenkomst beëindigen en stapt naar de kantonrechter.

De werknemer zet een loonvorderingsprocedure in, maar verliest deze. De door de kantonrechter ingeschakelde expert, een orthopedisch chirurg, oordeelde namelijk eveneens dat de werknemer terug kon reizen. Dit gaf voor de kantonrechter de doorslag en deze ontbindt de arbeidsovereenkomst.

De werknemer zet door en gaat naar het hof. Het hof bevestigt – inmiddels bekend – dat het socialezekerheidsorgaan van het land van verblijf een bindende uitspraak moet doen over de mogelijkheid tot reizen. De werkgever heeft dus ten onrechte de bedrijfsarts gevolgd en de kantonrechter ten onrechte de orthopedisch chirurg. Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch geeft aan dat er een ander stappenplan moet worden gevolgd.

Het lokale socialezekerheidsorgaan geeft uitsluitsel over de arbeidsongeschiktheid. De werkgever/arbodienst moet een functionele mogelijkhedenlijst (FML) aanvragen. Dat moet het lokale orgaan invullen conform de Nederlandse regels. Een arbeidsdeskundige kan hiermee onderzoeken of er re-integratiemogelijkheden zijn in eigen arbeid, aangepaste arbeid of in Spoor 2. Dan komt daarna pas de vraag aan bod of de medewerker kan reizen.

Conclusie

Als er geen arbeidsvermogen is, dan is de vraag over reizen ook niet van belang. Het hof gaat uit van een bepaalde volgorde: de vraag over wel of niet terugreizen is dus van secundair belang en wel pas nadat is vastgesteld of de werknemer kan werken. In het geval van Spoor 2 is terugreizen minder van belang, want dat kan ook in het land van verblijf (EU) worden ingezet.

Omdat de werkgever de re-integratie verkeerd heeft aangepakt volgt ook nog  een billijke vergoeding van € 10.000.

Meer over:

Delen via:

Vacature

HR & Salarisadviseur

Op zoek naar een baan met een veelzijdigheid aan taken?