Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 12 mei 2022 een uitspraak gedaan die onder andere op deze grond werd gehouden. NL:RBZWB:2022:2661
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 12 mei 2022 een uitspraak gedaan die onder andere op deze grond werd gehouden. NL:RBZWB:2022:2661
Tekst gaat verder onder de foto
Werkgever in deze casus heeft een betonverwerkingsbedrijf. De activiteiten bestaan uit vervaardigen van betonconstructies, bekistingen funderingen en afvlinderen van betonvloeren. Er staan de werknemers en ZZP’ers meerdere bestelauto’s ter beschikking, te weten:
Daarnaast werd een bestelauto geleased, een Renault Master met een cataloguswaarde van
€ 38.835. De bestelauto’s werden voor het werk gebruikt door werknemers van werkgever en zzp’ers. Van de bestelauto’s is geen rittenregistratie bijgehouden en er zijn geen verklaringen ‘geen privégebruik’ en/of ‘uitsluitend zakelijk gebruik van de bestelauto’ afgegeven.
In 2019 vind een controle plaats van de Belastingdienst over de kalenderjaren 2014 en 2015. Door procederen vind pas in 2022 een uitspraak plaats.
In de loonaangiften heeft werkgever voor een aantal bestelauto’s een bijtelling wegens doorlopend afwisselend gebruik van bestelauto’s toegepast.
Tijdens het boekenonderzoek heeft de inspecteur geconcludeerd dat de regeling voor doorlopend afwisselend gebruik niet kan worden toegepast en vervolgens is de onderhavige naheffingsaanslag van € 14.101 opgelegd. Het bedrag van de naheffing is berekend op basis van één ter beschikking gestelde bestelauto met een waarde van € 47.135, de gemiddelde waarde van de vier bestelauto’s van werkgever.
De werkgever heeft in de rechtszaak aangevoerd dat de bestelauto’s nieuw zijn geleverd maar na een aantal ritten al te vies zouden zijn voor privégebruik. Daarnaast werd aangevoerd dat de auto’s worden gebruikt voor het vervoer van gereedschappen en om ervoor te zorgen dat stort- en vulploegen op de werkplaats komen. Werkgever had bij de zitting foto’s bijgevoegd uit 2019 maar voerde aan dat de staat van de bestelauto’s in 2015 hetzelfde waren omdat de werkzaamheden niet zijn veranderd.
De rechtbank begrijpt het ter zitting nader ingenomen standpunt over de staat van de bestelauto’s zo dat hiermee een beroep is gedaan op de andere uitzondering opgenomen in artikel 13bis van de Wet LB, namelijk die van de bestelauto die buiten werktijd niet gebruikt kan worden. De rechtbank overweegt als volgt. De foto’s uit 2019 zeggen te weinig over de staat van de bestelauto’s in 2015. Daarnaast zijn de foto’s op zich ook onvoldoende om aannemelijk te achten dat de bestelauto’s buiten werktijd niet kunnen worden gebruikt. De rechtbank kan zien dat op enig moment de cabine vervuild was en dat er een scheur in de bekleding van de stoel is gekomen, maar acht hetgeen zichtbaar is op deze foto’s niet zodanig ernstig dat daarmee aannemelijk is dat de bestelauto’s zodanig vies zijn dat deze buiten werktijd niet kunnen worden gebruikt.
Werkgever is niet geslaagd in de bewijslast waardoor de rechter de Belastingdienst in het gelijk stelt en de naheffingsaanslag in stand blijft.
Toon ook altijd bij een bestelauto aan dat er geen sprake is van privé gebruik. Dat kan op verschillende manieren zoals bijvoorbeeld een sluitende kilometerregistratie of een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik. Dat de bekleding te vies is om er niet privé in te kunnen rijden is dus geen reden dat er geen sprake kan zijn van privé gebruik.
In deze uitspraak wordt alleen een naheffing opgelegd over de gemiddelde waarde van de bestelauto’s. Wij kennen ook situaties waarin dit per bestelauto wordt opgelegd en over meerdere jaren, je kunt je voorstellen dat de naheffing dan fors hoger kan uitvallen. Laat je daarom goed adviseren welke regeling het beste bij de situatie van jouw onderneming en/of werknemer past.
Meer over: